“Meneer, ik kan niet tekenen, maar ik ga het voor u proberen!”, riep Jari, nadat ik de opdracht had uitgelegd en voorbeelden had laten zien van een aantal droomhuizen. Met deze uitspraak wilde hij me alvast erop wijzen dat ik niet te veel van hem moest verwachten. Op de basisschool hadden ze immers zelden getekend en hij was sowieso geen kunstenaar. Ik stelde hem enigszins gerust door te zeggen dat iedereen andere kwaliteiten heeft en dat hij misschien wel goed zou zijn in wiskunde of gym. Mijn stelregel is dat wanneer iemand z’n best doet en het probeert, er altijd een voldoende behaald kan worden. “Okee, meneer, daar hou ik u aan!”, zei hij glunderend. Het motiveerde hem in elk geval om te beginnen met zijn tekening van een droomhuis.
Door Pascal Cuijpers
Het verhaal van Jari is helaas geen uitzondering. Ik overdrijf namelijk niet wanneer ik schrijf dat tijdens élke les minimaal een keer iemand zegt dat hij of zij niet kan tekenen of dat het gemaakte werk ‘totaal mislukt’ is. Wanneer we vervolgens samen gaan kijken naar zo’n, zogenaamd, totaal mislukt werkstuk, blijkt deze opvatting vaak ongegrond te zijn. Meestal liggen er andere factoren ten grondslag aan deze belemmerende gedachten. Dit komt meestal voort uit onzekerheid, doordat een leerling bijvoorbeeld geen of weinig ervaring heeft op het creatieve vlak, er een keer een negatieve opmerking door iemand is gemaakt over een bepaald werkstuk of door zichzelf te vergelijken met medeleerlingen die mogelijk creatiever onderlegd zijn. Door deze persoonlijke ‘mislukkingen’ samen te bespreken en ze proberen te zien als een uitdaging, worden nieuwe kansen gecreëerd. Dit zorgt vervolgens voor een win-winsituatie, waarbij het doorzettingsvermogen en het zelfvertrouwen van de betreffende leerling wordt gestimuleerd en de creativiteit niet slechts vluchtig en eenzijdig wordt benaderd.
Belemmeringen
Ik ben er daarnaast van overtuigd dat wanneer je iets probeert, er nooit sprake kan zijn van een totale mislukking. Het zijn dan ook de belemmeringen die iemand zichzelf oplegt door te veel te denken vanuit (te hoge) verwachtingen, onzekerheden en eventuele resultaten uit het verleden. Door te creëren stel je je namelijk kwetsbaar op en geef je jezelf als het ware voor een gedeelte bloot door je bedachte ideeën uit te gaan werken. Dat kan soms confronterend of afremmend werken en mogelijk voor beperkingen zorgen. Naast de eventuele gestelde kaders gaat vooraf opgedane kennis, ervaring en creativiteit vervolgens een samenwerking aan met de persoonlijke motoriek: er ontstaat een product. En niet alleen door naar anderen te kijken, maar juist ook door zelf te durven experimenteren en mogelijke ingesleten patronen te ontwijken,
'Laat je eigen waterijsje niet smelten door te staren naar andermans Magnum'
In het boek Ik durf niets maar doe alles schrijft comedyschrijver Martine Bakker over wat ze al jaren wilde, maar nooit echt durfde: stand-upcomedian worden. Tijdens een interview in De Volkskrant gaf ze aan dat ze lange tijd erg onzeker was geweest om een optreden te verzorgen, terwijl het wel haar droom was om op het podium, met haar zelfgeschreven grappen, mensen te entertainen. Door deze onzekerheid ging ze zichzelf ook met andere comedians vergelijken. Wie verzorgde er bijvoorbeeld meer optredens en wie waren er succesvoller? Ondanks haar toenemende succes én de overwinning om zichzelf te gaan zien als een gevestigde comedian, werkte het zoeken naar vergelijkingen niet in haar voordeel. Ze vergat ook te genieten van wat ze ondertussen overwonnen en bereikt had en ze nam zich voor om zichzelf niet meer te spiegelen aan anderen in het vak. Een wijze raad die ze de lezers wilde meegeven was dan ook: ‘laat je eigen waterijsje niet smelten door te staren naar andermans Magnum’. Ik denk er over om deze uitspraak op het bord in het tekenlokaal te schrijven.
Pascal Cuijpers
(Docent VO, publicist en auteur)
www.pcuijpers.nl
Door: Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers