Normal_pascal_cuijpers
‘Auti-klassen’ worden ze genoemd. Het zijn de speciaal vormgegeven klassen in het onderwijs, waar leerlingen met autisme bij elkaar in één klas de lessen volgen. Het is een inventieve ingreep van een aantal scholen in Nederland, om de mogelijke problematiek rondom het Passend Onderwijs op te vangen. Op deze manier worden de leerlingen die een vorm van autisme bezitten, veilig afgeschermd van de rest van de schoolpopulatie. Deze speciale klassen, ook wel ‘structuurklassen’ genoemd, bevatten minder leerlingen en ze bevolken een eigen lokaal. Dit zorgt voor meer rust, voorspelbaarheid en veiligheid. Tevens zijn de docenten vaak gespecialiseerd in het werken met autistische kinderen. Het is daarom dus ook niet gek dat deze ‘auti-klassen’ erg populair zijn. 
 

Door Pascal Cuijpers

Uiteraard is Sander Dekker, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, positief gestemd over zoveel eigen initiatief in onderwijsland. Per 1 augustus werd de mogelijkheid tot het volgen van speciaal onderwijs namelijk om zeep geholpen. Alle leerlingen met een ‘bijzondere gebruiksaanwijzing’ werden geacht een plek te vinden in het reguliere onderwijs. Een bezuinigingspost van jewelste. Maar tevens ook een grote uitdaging voor alle docenten in Nederland, die collectief hun schouders onder deze nieuwe wet moesten gaan zetten. Echter, met de (op)komst van de zogenaamde ‘auti-klassen’, lijkt de term Passend Onderwijs nu al volledig teniet te worden gedaan en lijken we teruggeworpen te worden in een vooroorlogse onderwijskundige vorm van hokjes denken.
 
Juist met het aanbieden tot het volgen van Passend Onderwijs voor elk kind, hebben we de mogelijkheid gekregen om van de stigmatiserende labeltjescultuur af te komen. De (grotendeelse) afschaffing van het speciale onderwijs, biedt vanaf nu zoveel gelegenheid voor alle leerlingen in een klas en op school, om te leren omgaan met onderlinge verschillen. Het feit dat iedereen anders is, op welk gebied dan ook, kan in heterogeen samengestelde klassen leiden tot waardevolle, pedagogische leermomenten. Voor iedereen. Met of zonder labeltje. Daar zouden we winst uit moeten proberen te halen!
 
Kinderen tonen namelijk een enorme veerkracht wanneer het aankomt op diversiteit en het kunnen aanpassen aan situaties. Door leerlingen met een vorm van autisme echter af te gaan schermen van de rest van de leerlingen, komen ze - buiten dat de buitenwereld het kan gaan zien als een voorkeursbehandeling - terecht in een groep waarin men enkel gelijkgestemden treft. Met het oog op de toekomst en het zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij, is dat geen goede zet. In plaats van deze leerlingen te isoleren in een vast lokaal, zou je hen juist moeten stimuleren en de mogelijkheid moeten geven om deel uit te maken van een dynamische groep, waarin ze met goede begeleiding en eventuele extra hulp hun weg proberen te vinden. Daarnaast is het een feit dat leerlingen met autisme doorgaans niet als bijzonder, anders, vreemd of als uitzondering gezien willen worden. Juist de waardering en het mogen opdoen van succeservaringen in een ‘gewone’ klas, zullen voor hen activerend werken. 
 
 Ik hoop dan ook dat de ‘auti-klassen’ geen landelijke trend zullen gaan worden de komende tijd. Laat de (potentiële) initiatiefnemers doordrongen worden van het feit, dat elke leerling recht heeft op een volledige sociale ontplooiing met het oog op de toekomstige maatschappij. Deze is zeer divers, hard en vereist een groot aanpassingsvermogen. Hier kan men enkel op worden voorbereid, door onderwijs te volgen in groepen die een afspiegeling zijn van deze maatschappij van de toekomst. Niet door autistische leerlingen wederom onnodig te brandmerken en te isoleren van de buitenwereld. 
 
© Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers