Jolanda Mulder

Citaten van leerkrachten en ouders tijdens een ouderavond over (het doorbreken van )Rolpatronen: 

'Ik druk op allerlei knopjes, maar op een gegeven moment weet ik het niet meer'
'Ik probeer dit, ik probeer dat, maar tja, dan is mijn repertoire wel een keertje uitgeput'
'Ik trek aan dit touwtje, aan dat, maar het lukt me niet de situatie te doorbreken'
 

Door Jolanda Mulder

Lastige situaties met kinderen proberen te doorbreken valt niet mee. 
Wat zijn voor jou lastige situaties met kinderen? Wat maakt jou uitermate gefrustreerd?
 
Kinderen die niet eerlijk zijn?
Kinderen die niet stil kunnen zitten?
Kinderen die altijd strijd uitlokken?
Kinderen die sterk in zichzelf teruggetrokken zijn? 
…. ?
 
De jaren dat ik voor de klas stond raakte ik bijzonder gefrustreerd, hoe onhandig, van onzekere kinderen die dichtklapten. 'Hoe krijg ik ze dan toch weer opengeklapt', was altijd mijn vraag. Dus ik ging er, als regisseur, hard mee aan de slag: Ik knipte een opdracht in kleinere stukjes; Ik probeerde het kind te begrijpen en gerust te stellen (wat niet altijd lukte, want mijn ongeduld zong daar doorheen); Ik vroeg een ander kind hem/haar te gaan helpen; Ik wachtte, bijzonder actief (en gefrustreerd), af; Ik drukte op allerlei knopjes, trok aan allerlei touwtjes, maar dat het kind er nou weer van open bloeide.. Hmm. Nee. Niet echt. En man, wat had ik het er druk mee. Want het kon en mocht natuurlijk niet zo zijn dat ik het niet meer wist! Ik, als juf, die het niet meer wist! Die geen antwoord had! Die het niet lukte het beste uit haar kinderen te halen! En het vertikte om het bij een ander te gaan vragen: 'Hé, hoe doe jij dat nou, met van die onzekere kinderen?' Ondenkbaar. Nou, soms, vanuit pure wanhoop, IN de emotie, en dan óf boos, óf in tranen. Dat was dan zo vervelend, dat ik er wel voor waakte ooit weer hulp te vragen, kwetsbaarheid te tonen. Maar goed, hoe harder ik werkte, hoe dichtgeklapter het kind was en bleef. Dit rolpatroon zat stevig verankerd. 
 
Nu, achteraf denk ik: Ik voelde me verantwoordelijk voor alles wat er bij de kinderen speelde, gebeurde, en voelde het als mijn taak dat ik dat allemaal kon hanteren en oplossen. Want als mij dat niet lukte, dan deed IK het niet goed. Dan faalde ik, als leerkracht, als mens. Ik moest het weten, toch, ik had ervoor gestudeerd! Ik moest en zou onzekerheid (o.a.) op kunnen lossen. 
 
Nu vraag ik me af: wat zou er zijn gebeurd als ik gewoon (desnoods alleen tegen mezelf) had gezegd: 'Tjonge, dit is lastig, voor mij. Ik wil je graag helpen, maar het lukt niet goed. Ik wil je graag wat zekerder maken, maar het werkt averechts hè! Tjonge, ik weet het even niet. Geen idee! Jij?'. 
 
Om daar dan even volop bij aanwezig te zijn: Ik, met een blik naar binnen, bij mijn eigen onzekerheid, ongeduld, onmacht, i.p.v. bij het kind. Waardoor de (ver)binding doorgeknipt wordt en ook het kind op zichzelf terug geworpen is. Elkaar even met rust latend, met aandacht en erkenning voor eigen emoties, gedachten. 
 
Deze leegte is spannend. Wat gaat er gebeuren? Wie komt er met een idee? Ben ik het? Het kind? Kómt er überhaupt een idee? Dat weet je nooit zeker, maar in ieder geval deel je de verantwoordelijkheid voor de situatie. Het kind wordt mede-eigenaar, mede-regisseur van het probleem en dus ook van de oplossing. En dat is tenslotte wat we graag willen: dat het kind op eigen benen staat, en zelf meedenkt, zoekt, aanpakt, oplost, hanteert.  
 
Als leerkracht hoef je het niet allemaal zelf te weten. Sterker nog, liever niet! 
 
© Nationale Onderwijsgids / Jolanda Mulder