De griep is weer in het land. De vorige griepgolf duurde van eind december 2017 tot eind april 2018: een verdubbeling ten opzichte van de gemiddelde epidemie van negen weken. De maandenlange griepepidemie leidde tot een hoog ziekteverzuim in het onderwijs en de zorg. In een poging om het ziekteverzuim onder leraren dit keer te beperken, boden sommige schoolgemeenschappen en onderwijskoepels in Nederland hun leerkrachten vanaf oktober 2018 de griepprik aan. Ook de gemeente Amsterdam stimuleerde leerkrachten actief om de griepspuit te halen. Wat heeft dit opgeleverd en hoe wordt er binnen de zorg eigenlijk omgesprongen met een griepvaccin voor personeel?
NOG
De griepepidemie 2019 te lijf met griepprikexperimenten
-De afgelopen weken is het aantal griepmeldingen licht gestegen: de griepepidemie van het seizoen 2018-2019 is begonnen. Maar het hoogtepunt is naar verwachting nog niet bereikt. (bron: RIVM en Nivel). Onder andere de Scholen voor Persoonlijk Onderwijs (SvPO) hopen de effecten van deze nieuwe epidemie op het ziekteverzuim te beperken. De SvPO startte afgelopen oktober een experiment waarbij ze docenten een extra beloning gaven als ze een griepprik bij hun huisarts haalden. De docenten kregen een vergoeding van 405 euro, waar de kosten van de prik nog vanaf gingen. Wat de docenten overhielden, was voor henzelf. De meerderheid van de docenten is op het aanbod ingegaan. In totaal werken er 111 docenten bij de SvPO, daarvan haalde 69 procent de griepprik. “Wat dit voor het ziekteverzuim gaat betekenen valt nog niet te zeggen, aangezien de griepgolf nog niet voorbij is en we dus nog geen vergelijking kunnen maken met het landelijke gemiddelde”, zegt directeur Suzan Polet. Over de echte gevolgen is dus nog niks bekend, maar het experiment wordt voortgezet omdat meer dan een kwart van de docenten heeft meegedaan.
Ook de gemeente Amsterdam bood leraren in het basis- en voorgezet onderwijs en op mbo-scholen een griepprik aan. De docenten kregen geen extra vergoeding, maar konden zich kosteloos laten inenten bij de GGD. Hier werd beduidend minder gebruik van gemaakt. “Slechts 211 leerkrachten haalden de griepprik, dat is maar 2,1 procent van de hele doelgroep”, vertelt gemeentewoordvoerder Peter Paul Ekker. Volgens Ekker is het lastig te achterhalen waarom er maar mondjesmaat op het aanbod is ingegaan, maar de informatievoorziening over het experiment zou volgens hem een rol kunnen spelen. “We hebben dit initiatief pas eind oktober kenbaar gemaakt en de leraren konden zich tot half november in laten enten. We hebben contact gehad met verschillende schoolbesturen, die waren positief over het initiatief, maar gaven aan dat we er bij een eventueel vervolg eerder over zouden moeten communiceren.”
Amsterdam lijdt aan een groot tekort aan leraren. Deze krapte was de voornaamste reden voor het Amsterdamse stadsbestuur om het experiment met de griepprik aan te gaan. “In Amsterdam is het lerarentekort groter dan in andere gemeentes, leraren trekken weg omdat ze geen huisvesting kunnen vinden en het forensen zat zijn. Tijdens de jaarlijkse griepgolf wordt dit tekort nog dringender en loopt de werkdruk voor leraren nog verder op”, legt Ekker uit. Hoewel het verlagen van de werkdruk veelal aan de schoolbesturen zelf wordt overgelaten, draagt de gemeente Amsterdam ook haar steentje bij. “We doen veel om het leraren gemakkelijker te maken, zo verstrekken we subsidies aan scholen zodat ze gymleraren en conciërges in dienst kunnen nemen. Daarnaast zijn we bezig met het opzetten van een noodpoule van ambtenaren met een lesbevoegdheid die kunnen invallen op scholen, maar helaas zijn dit slechts lapmiddelen”, aldus de woordvoerder.
Ook bij de SvPO zorgt de concentratie van ziekteverzuim rond een griepgolf nog voor oplopende werkdruk voor docenten. “Op het hoogtepunt van de griepgolf, gedurende twee à drie weken, zijn veel docenten tegelijkertijd ziek. Dit zorgt voor een verhoogde werkdruk voor de collega’s die de lessen overnemen. Ook de docenten die door de griep geveld werden, krijgen te maken met een verhoogde werkdruk omdat ze veel achterstanden in moeten halen wanneer ze weer aan het werk gaan”, stelt Polet.
Hoewel beiden graag willen voorkomen dat de werkdruk voor docenten tijdens een griepgolf oploopt, vinden zowel Polet als Ekker dat de griepprik niet verplicht zou moeten worden voor leraren. “Je kan niemand verplichten om de prik te nemen, het moet altijd hun eigen keuze blijven”, stelt Polet. Hier denkt staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid anders over, hij laat nu namelijk onderzoeken of de griepprik verplicht kan worden voor mensen die werkzaam zijn in de zorg.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) raadt zorgpersoneel aan om de griepprik te halen, om zodoende kwetsbare patiënten te beschermen. Desondanks laat slechts 13 procent van het ziekenhuispersoneel zich inenten (bron: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen). “Er zijn veel werkgevers binnen de zorg die de griepprik heel actief aanbieden, verschillende instellingen voeren er ook campagne voor. Toch blijft het percentage medewerkers dat de prik neemt laag omdat een groot deel van het zorgpersoneel er nog niet van overtuigd is dat het vaccin echt voorkomt dat je griep krijgt”, legt bestuurder Elise Merlijn van FNV Zorg en Welzijn uit. Er werd vanuit het zorgpersoneel dan ook heftig gereageerd op de plannen van Blokhuis.
“De FNV heeft hier stelling tegen genomen door de professional zelf de ruimte te bieden om hun eigen afweging te maken. Zorgpersoneel kan pas een bewuste keuze maken om wel of niet de griepprik te nemen als de zin en onzin van de prik is bewezen”, aldus Merlijn. De bestuurder wijst er dan ook op dat het hepatitis-B-vaccin veel gebruikelijker is onder zorgpersoneel. Er is namelijk meer bekend over de effectiviteit van dat vaccin en het is een besmettelijkere ziekte met heftigere gevolgen.
Merlijn vindt dat het stimuleren van de griepprik in ieder geval los moet staan van eventueel ziekteverzuim onder zorgpersoneel. “Als er een goed vaccin is, moeten we er primair voor zorgen dat mensen uit de risicogroepen gevaccineerd worden. Dit staat los van personeelstekorten in welke sector dan ook.” De FNV-bestuurder is dus geen voorstander van het verplichten van de griepprik voor zorgpersoneel. Ze denkt ook dat het niet makkelijk zal zijn om deze verplichting in te voeren. Dat beaamt ook Sofie Steen, advocaat gezondheidszorg bij KBS advocaten. “In algemene zin is het nog niet mogelijk om de griepprik verplicht te stellen. Dat heeft te maken met de integriteit van het menselijk lichaam, privacy en het recht op zelfbeschikking. Op die grondrechten mag in principe geen inbreuk worden gemaakt, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dat wel te doen.”
Steen stelt dat er nog geen wettelijke grondslag is voor werkgevers om consequenties te binden aan de beslissing van een werknemer om geen griepprik te nemen. "Het gevaar van geen griepprik nemen is denk ik nooit zo groot dat dat zwaarder weegt dan iemands overtuiging om geen prik te nemen. Dat ligt weer anders bij een hepatitis-B-inenting, omdat het een super besmettelijke aandoening is die hele ernstige effecten kan hebben. Zo’n griepprik is van een hele andere categorie." De advocate kan zich wel voorstellen dat in de toekomst alleen van zorgpersoneel dat met specifieke risicogroepen werkt gevraagd kan worden de griepprik te nemen. “Dan moet alsnog de afweging worden gemaakt tussen de belangen van het individu om zich niet in te enten en de maatschappelijke belangen. Ik denk dat dit voor de griepprik niet zo snel aan de orde zal zijn.”
© Nationale Onderwijsgids / Anne Floor Lanting