Normal_basisschoolleerlingen_bezoeken_historisch_centrum_franeker

Een Romereis, een museumbezoek, een dagje Efteling en ook nog een Sinterklaasfeest: de kosten voor ouders kunnen flink oplopen. De bijdrage die ze betalen voor zulke activiteiten is vrijwillig. Sinds 1 augustus 2021 is er een wet die bepaalt dat er geen leerlingen uitgesloten mogen worden als ouders de bijdrage niet betalen. Toch gaat dit in de praktijk nog weleens mis. Karin Verkaar werkt als beleidsmedewerker bij Leergeld Nederland en vertelt wat zij van de wet vindt – en hoe die volgens haar beter zou uitpakken.

Alle kinderen moeten mee kunnen doen, want nu meedoen is straks meetellen: dat is het motto van Leergeld Nederland. Onder deze koepelorganisatie vallen 111 lokale Leergeld stichtingen, die opereren in 75 procent van alle Nederlandse gemeenten. Er bestaat dus een Stichting Leergeld Nijmegen, een Stichting Leergeld Amsterdam, en ga zo maar door. Samen vormen ze een landelijke vereniging, waarvoor Karin Verkaar werkt, op het kantoor in Den Bosch.

“We willen sociale uitsluiting van kinderen uit gezinnen met weinig geld voorkomen”, legt Karin uit. “Dat doen we door ouders financieel te ondersteunen. Zo hopen we meer gelijkheid te creëren en kinderen goede ontwikkelingskansen te bieden.”

Wat hebben jullie te maken met de vrijwillige ouderbijdrage?

“Tot de invoering van de nieuwe wet, vorig jaar, konden ouders via Leergeld (een deel van de) vrijwillige ouderbijdrage vergoed krijgen. Meestal betaalden wij dat geld rechtstreeks aan de basisschool of middelbare school. De nieuwe wet schrijft voor dat kinderen áltijd mee mogen doen aan activiteiten die een school organiseert, ook als ouders niet kunnen of willen betalen. Daarom is het niet meer nodig dat wij de vrijwillige ouderbijdrage betalen.

De kosten die we wel vergoeden, vallen in vier categorieën: onderwijs, sport, cultuur en welzijn. Denk aan geld voor dansles, voetbalkleding of schoolspullen. Maar ook aan een laptop, of een bijdrage daaraan. In de coronaperiode, toen kinderen thuis les kregen, waren er veel gezinnen zonder laptop. Soms hadden ze niet eens een internetverbinding. Daar hebben we toen bij geholpen.”

Hoe bepalen jullie wie daarvoor in aanmerking komt?

“Daar hebben de stichtingen een Leergeldformule voor. Een ouder doet telefonisch, per e-mail of via de website een aanvraag en vult gegevens in. Vervolgens koppelt een coördinator van de lokale Leergeldstichting een vrijwilliger aan het gezin. Die gaat meestal op huisbezoek en bespreekt de (financiële) situatie. Thuis krijgen we sneller inzicht: heeft een kind naast een fiets misschien ook een laptop nodig? En komt een gezin eventueel ook in aanmerking voor andere voorzieningen, zoals huur- of zorgtoeslag? Dan verwijst de vrijwilliger door naar andere instanties.

Elke stichting heeft zijn eigen toekennings- en vergoedingenbeleid. Vaak ligt de inkomensgrens rond de 120-140 procent van het bijstandsniveau, dat hangt ook af van de gemeente. Voorheen waren de meeste aanvragen van ouders in de bijstand of met een inkomen uit werk rond het bijstandsniveau. Nu merken we dat ook ouders die ruim boven bijstandsniveau zitten, niet meer rondkomen. Dat is ook niet gek met deze hoge inflatie.”

Wat is er precies veranderd sinds de nieuwe wet vrijwillige ouderbijdrage?

“Vóór het schooljaar 2021-2022 konden scholen een alternatief programma opstellen voor kinderen van niet-betalende ouders. Of de kinderen werden uitgesloten van deelname. Dat mag nu niet meer. Naast schoolreisjes en andere tripjes geldt deze nieuwe wet overigens ook voor tweetalig onderwijs en het technasium. Dat weten niet alle scholen en ouders.”

Hoe hoog is de vrijwillige ouderbijdrage?

“Dat varieert per school. Soms gaat het om 25 euro per kind, soms om 130 euro per kind. Op middelbare scholen zijn de bedragen hoger dan op basisscholen.”

Het klinkt positief dat kinderen van niet-betalende ouders niet meer uitgesloten mogen worden van extra onderwijsactiviteiten.

“Dat klopt. Het uitgangspunt van de wet is heel mooi: hij streeft kansengelijkheid na. Toch werkt de wet juist kansenongelijkheid in de hand. Een gevolg is namelijk dat er scholen zijn die minder vaak of helemaal geen excursies meer organiseren. Omdat ouders de bijdrage niet meer betalen en scholen daardoor te weinig geld binnenkrijgen. Dat gaat vaak om scholen met kinderen die het thuis al minder breed hebben. Zij kunnen een leuk uitje juíst gebruiken, want ze gaan bijvoorbeeld ook weinig op vakantie.

De scholen waar wel genoeg ouders de vrijwillige ouderbijdrage betalen, blijven de uitjes organiseren. Het verschil tussen de scholen, en daarmee de kinderen, wordt door de wet dus groter. Nou is het niet zo erg als de reis naar Egypte verandert in een reis naar Frankrijk, maar het is wel erg als een school niets meer kan organiseren. Als zelfs het Sinterklaasfeest in het geding komt.”

Houden de scholen zich aan de nieuwe wet?

“We hebben eind 2021 onderzoek gedaan onder alle Leergeldstichtingen. Daar heeft 73 procent op gereageerd. Wat bleek: er zijn nog steeds scholen die brieven sturen aan ouders, waarin staat dat een kind niet mee mag doen als ouders de vrijwillige bijdrage niet betalen. Dat gaat niet om honderden scholen, maar wel om enkele.”

Overtreden die scholen de wet dan niet?

“Jawel. Maar dat is lang niet altijd vanwege onwil. Sommige schoolbesturen of directeuren waren simpelweg niet op de hoogte van de nieuwe wet. Of scholen hebben automatische systemen die nog niet up-to-date zijn, en herinneringen of incasso’s voor de ouderbijdrage blijven sturen. Je kunt je wel voorstellen dat ouders met weinig geld daarvan schrikken, vooral omdat ze vaak al financiële stress hebben. Ze voelen zich onder druk gezet om de vrijwillige ouderbijdrage toch te betalen.

De onderwijsinspectie heeft daarnaast onderzoek gedaan naar de schoolgidsen van dit schooljaar. Wat staat daarin over de vrijwillige ouderbijdrage? In 70 procent van de 160 bestudeerde schoolgidsen blijkt niet duidelijk dat de ouderbijdrage vrijwillig is, en dat kinderen dus niet uitgesloten mogen worden als er niet voor hen betaald wordt. Wij zien dit ook nog op een aantal websites.

Het ministerie van OCW is midden april 2022 een campagne begonnen om de nieuwe wet beter onder de aandacht te brengen van scholen en ouders. Zodat scholen ouders beter kunnen informeren en ouders hun rechten kennen.” Voorlichtingsmateriaal is hier te vinden.

Wat zou er volgens jullie moeten veranderen? Zodat de wet wel goed uitpakt?

“Scholen krijgen van de Rijksoverheid elk jaar budget voor de kosten van materiaal en personeel. Dat heet de lumpsum. De overheid zou dat bedrag kunnen verhogen met een aparte geldstroom voor extra activiteiten, die nu onder de vrijwillige ouderbijdrage vallen. En dan specifiek voor scholen die het minder breed hebben.

Wij zijn ook voor betere afspraken over het minimum aan extra activiteiten dat scholen organiseren. Een soort basiseducatienorm. Nu bepalen scholen zelf wat ze doen aan extra activiteiten. De ene school regelt één reis per jaar, de andere vier. Wat nou als we zeggen: elke middelbare school organiseert minimaal één reis per vastgesteld aantal schooljaren binnen Europa met een educatief doeleinde? En dan zorg je als overheid dat je scholen helpt die het niet redden met de reguliere gelden, scholen met kinderen van ouders die de vrijwillige ouderbijdrage niet kunnen betalen.”

Heb je nog tips voor ouders die worstelen met de vrijwillige ouderbijdrage?

“Wees je bewust van je rechten. Je hóeft nooit te betalen en je kind mag altijd meedoen aan extra activiteiten die onder de nieuwe wet vrijwillige ouderbijdrage vallen. En je kunt altijd contact opnemen met de lokale Leergeldstichting, of met ons als overkoepelende organisatie. We betalen de vrijwillige ouderbijdrage in principe niet meer, maar we kunnen wel andere kosten vergoeden en doorverwijzen.

Ook kunnen we in begrijpelijke taal uitleggen hoe de nieuwe wet vrijwillige ouderbijdrage werkt. Wat ik ook doe, is na signalen van ouders een lokale Leergeldstichting anoniem informeren over een school die nog steeds kinderen van niet-betalende ouders buitensluit. Dan weet de stichting dat dit in hun gemeente speelt.”

Er zijn ook instanties, zoals de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO), die stellen dat de vrijwillige ouderbijdrage helemaal afgeschaft moet worden. Hoe sta jij daar tegenover?

“Dat vind ik ingewikkeld. Er zal toch geld moeten zijn voor extra activiteiten. Bij de meeste scholen gaan die door als 80 of 90 procent van de ouders betaalt. In de meeste gevallen kunnen en willen de ouders dat ook gewoon. Als je de ouderbijdrage afschaft, verlies je dit deel. Dus we geloven eerder in een maatwerkoplossing vanuit de overheid.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs