Pauline van der Meer Mohr, collegevoorzitter Erasmus Universiteit Rotterdam

Dit jaar viert de Erasmus Universiteit van Rotterdam haar 100ste verjaardag. Op 8 november 1913 begon op particulier initiatief de Nederlandsche Handels-Hoogeschool met colleges in provisorische lokaaltjes van de toenmalige Beurs. Honderd jaar later kijkt collegevoorzitter Pauline van der Meer Mohr terug op een eeuw waarin de Erasmus Universiteit haar stempel heeft gedrukt op zowel het onderwijs en de wetenschap als de samenleving in Nederland.

Op de vraag wat voor haar de belangrijkste hoogtepunten zijn uit het relatief korte en toch rijke verleden van de universiteit verzucht collegevoorzitter Pauline van der Meer Mohr dat dat er eigenlijk te veel zijn om op te noemen. “Maar als ik dan toch kiezen moet dan is natuurlijk de eerste Nobelprijs voor de Economie voor professor Jan Tinbergen in 1969 het onbetwiste en absolute hoogtepunt, waar alle andere successen van de universiteit een beetje bij verbleken. Omdat we zijn voortgekomen uit de Nederlandse Economische Hogeschool is het economische domein heel belangrijk voor ons profiel. Om dan juist in dat belangrijke domein een wetenschapper voort te brengen die tot op de dag van vandaag van grote invloed is op dat vakgebied is natuurlijk heel bijzonder.”

Smaakmakers van morgen
De Erasmus Universiteit wordt wel de hofleverancier van de Nederlandse bestuurskamers genoemd. Coryfeeën als Ruud Lubbers, Jan Pronk, Neelie Kroes en Saskia Stuiveling hebben in Rotterdam gestudeerd. Collegevoorzitter Van der Meer Mohr is zelf ook één van de grote namen die de universiteit heeft voortgebracht. Na haar rechtenstudie bekleedde Van der Meer Mohr verschillende hoge functies bij onder meer Shell, TNT en ABN AMRO. Een headhunter belde haar vervolgens op met de vraag of ze collegevoorzitter wilde worden van de Erasmus Universiteit. “Mijn eigen universiteit, dat is natuurlijk extra leuk. Ik ben terug op de plek waar het voor mij allemaal begonnen is. Van een heleboel dingen die mij succesvol hebben gemaakt, zijn hier de zaadjes gezaaid. Het voelt alsof de cirkel compleet is. Ik heb altijd gezegd dat ik de eerste 25 jaar van mijn loopbaan carrière wil maken in het internationale bedrijfsleven en daarna wil ik de publieke zaak dienen. Nu ben ik als collegevoorzitter eindverantwoordelijk voor de universiteit en hou me bezig met beleid, de middelenverdeling, de strategie en de maatschappelijke impact van ons onderwijs en onderzoek. Ik vind de onderwijssector ongelooflijk interessant omdat het echt ergens over gaat. Nederland is een kenniseconomie en de universiteit is het kloppend hart van die kenniseconomie. De wetenschap houdt zich bezig met oplossingen voor de grote problemen die in de samenleving op ons afkomen. Wij leiden nu de smaakmakers voor morgen op. We geven ze een ranseltje mee goed gevuld met kennis, kunde en vaardigheden waarmee op zij op de arbeidsmarkt belangrijke posities gaan vervullen. Dat is heel mooi en bevredigend werk.”

100 jaar impact
De taak om studenten af te leveren die vervolgens belangrijk werk gaan doen in de wetenschap en de samenleving brengt een zekere verantwoordelijkheid met zich mee. Een verantwoordelijkheid waar de universiteit zich terdege van bewust is en ook nadrukkelijk op aanstuurt bij de studenten. Niet voor niets is als thema voor het eeuwfeest van de universiteit gekozen voor '100 jaar impact'. “Een universiteit onderscheidt zich niet alleen door binnen de muren knappe dingen te bedenken en als onderwijsinstelling te doen wat het moet doen voor haar studenten maar uiteindelijk ook in wat voor impact dat heeft op de samenleving. Een opleiding aan de universiteit is niet alleen maar kennis vergaren maar ook nadenken over wat je teruggeeft aan de samenleving. Wij willen het graag tussen de oren van onze studenten krijgen dat er meer is dan een mooie carrière en veel geld verdienen. Er is ook nog zoiets als een duurzame toekomst. Dan gaat het erom anders te gaan denken over wederkerigheid. Om je medeverantwoordelijk te voelen voor maatschappelijke problemen en om belangeloos iets te willen doen. Niet omdat je er geld voor krijgt maar omdat je die nood graag wilt vervullen. Wanneer we onze studenten überhaupt niet leren nadenken over wat de problemen van morgen zullen zijn, dan mis je een kans als universiteit. Hoewel we daar niet normatief in willen zijn, vinden wij wel dat een universiteit die verantwoordelijkheid heeft. Het is een beetje noblesse oblige. Wij vinden het van groot belang dat wij onze studenten de bagage meegeven die ze nodig hebben om straks leiding te geven op een manier waarin duurzaamheidsprincipes verankerd zijn.”

Denken met opgestroopte mouwen
Naast denken ook doen, dat is typisch Rotterdams, stelt Van der Meer Mohr. De binding van de universiteit met de stad Rotterdam is groot. Zo ook het besef voortgekomen te zijn uit een klimaat van handel en ondernemerschap. “De universiteit werd in 1913 gesticht door Rotterdamse handelslieden en havenbaronnen en is altijd nauw verbonden gebleven met haar omgeving. De stad is onze academische werkplaats. Hier vinden studenten en medewerkers inspiratie voor onderzoek en passen zij nieuwe kennis toe. Dat is heel Rotterdams. In dat Rotterdamse DNA zit ook iets van denkers en doeners, zo willen wij ons ook nadrukkelijk profileren. Het gaat niet alleen om kennis an sich maar ook om denken met opgestroopte mouwen. Dat is pragmatische kennis die maatschappelijk relevant is en die bijdraagt aan de vraagstukken van vandaag. In Rotterdam maar ook buiten de landsgrenzen. Een goed voorbeeld daarvan is ons beroemde Generation R onderzoek. Een langlopende genetisch-epidemiologische studie waarin al 20 jaar lang ruim 40.000 Rotterdammers onderzocht worden op leefwijze en het effect daarvan op hun gezondheid. Dat vind ik een prachtige manier om onderzoek te doen in de populatie van de stad waarin we gevestigd zijn. Een ander goed voorbeeld van de haast symbiotische relatie tussen de Erasmus Universiteit en Rotterdam is het onderzoek dat recent is gestart met de vraag of er zoiets bestaat als een ondernemers-gen. Veel ondernemers hebben in Rotterdam hun wortels en het is voor ons dan ook interessant om te zien of er genetische aanleg bestaat voor succesvol ondernemerschap.”

Ook tijdens het eeuwfeest wil de universiteit de band met haar stad benadrukken. “Het is traditie voor een universiteit die jarig is om een cadeau te geven aan de stad. We zijn immers veel verschuldigd aan onze omgeving. Doorgaans bieden universiteiten de stad iets aan zoals een fontein of een beeld maar wij willen het anders doen. 'Erasmus4Rotterdam' is een grootschalig community service project waarbij wij de complete academische gemeenschap van zo'n 25.000 studenten en medewerkers willen mobiliseren om zich tenminste één jaar, maar liever langer, in te zetten voor vrijwilligerswerk in de stad. Op die manier kunnen zij iets teruggeven aan de stad waar ze een groot deel van hun succes aan te danken hebben. Aan het eind van het jubileumjaar hoop ik burgemeester Aboutaleb een cheque aan te kunnen bieden met daarop tenminste 100.000 uur vrijwilligerswerk. Dat moet het begin worden van een langdurige verankering van het idee van community service als onderdeel van de tijd die je op de universiteit doorbrengt. Zelf heb ik bijvoorbeeld bediend bij het grote diner voor cliënten van de Voedselbank in de Laurenskerk en ik heb gekookt in een verzorgingshuis. Niet alleen omdat we als College van Bestuur het goede voorbeeld willen geven maar ook omdat we het belangrijk vinden om vrijwilligerswerk als integraal onderdeel van je werk te zien. We hopen dat het een blijvende trend wordt.”

De feestelijkheden rond het jubileum van de Erasmus Universiteit duren nog tot en met de zomer van 2014 voort met lezingen en bijeenkomsten en als grote afsluiter de European Universities Games. Zo wordt de eerste eeuw in de geschiedenis van de universiteit afgesloten met gepaste trots op wat er is bereikt. Tegelijk wordt ook naar de toekomst gekeken. De Erasmus Universiteit timmert hard aan de weg, zowel letterlijk met de grondige vernieuwing van het campusterrein Woudestein als figuurlijk met onder meer de start van een nieuwe topopleiding, het Erasmus University College. Met het eeuwfeest viert de universiteit haar vele successen maar rust niet op haar lauweren. Of zoals Van der Meer Mohr het graag in het Engels uitdrukt: “Keep calm and carry on.”

© Nationale Onderwijsgids