Normal_ap0p1825

Luuk van Geffen zag zich bij zijn aantreden als wethouder voor Onderwijs in Arnhem voor een grote uitdaging gesteld. Aan de Nationale Onderwijsgids vertelt hij hoe hij van de klassieke muziekwereld in de politiek belandde en een langslepende kwestie over de huisvesting van het speciaal onderwijs eindelijk een positieve draai heeft weten te geven.

“Als je kijkt naar de werksituaties waaruit ik ben voortgekomen, was de overstap naar de politiek wel een aparte move misschien,” beaamt Luuk van Geffen, die vóór zijn politieke carrière klassieke muziekevenementen organiseerde en daarna zakelijk leider was bij Kunsthuis 13 in Velp. “Maar voor ik in de gemeenteraad kwam, was ik al een tijd lang lid van de SP in Arnhem. De aanleiding daarvoor was toen het vraagstuk over de grootschalige herinrichting van de zuidelijke binnenstad van Arnhem. Zo wilde de gemeente voor heel veel geld een haven aanleggen in Rijnboog.” Die plannen stuitten veel inwoners tegen de borst en voor Van Geffen was dat het moment om de muziekwereld vaarwel te zeggen en politiek actief te worden voor de SP in de gemeenteraad.

Na het vervroegd vertrek van wethouder Margriet Bleijenberg in 2011 werd Van Geffen vervolgens door de partij gevraagd om wethouder van onder meer Onderwijs en Jeugdbeleid te worden. Dat de keuze op Van Geffen viel, was geen toeval: “Ik kom uit een echte onderwijsfamilie. Mijn ouders waren allebei leraar op een middelbare school en het merendeel van mijn ooms en tantes werkt of heeft gewerkt in het onderwijs. Zelf heb ik nooit de ambitie gehad om les te geven. Wellicht omdat mijn beide ouders docent waren, dat ik als puber heb besloten dat ik wat anders wilde,” grinnikt Van Geffen. “Maar nu is het toch zo gelopen dat ik me met onderwijs bezig houdt. Ik heb geen moment spijt gehad dat ik ja heb gezegd. Het is een prachtige functie en mijn politieke interesses hebben altijd sterk bij jeugd en onderwijs gelegen. Er komt wel veel bij kijken en in de tweeënhalf jaar tijd dat ik nu wethouder ben, heb ik ook veel moeilijke momenten gekend. Maar als het gaandeweg lukt om ambities te bereiken, dan geeft dat ontzettend veel voldoening.”

Afgeschreven noodlokalen
Bij zijn aanstelling zag de kersverse politicus zich meteen voor een grote uitdaging geplaatst. Een van zijn belangrijkste opdrachten werd het rond krijgen van de financiering voor de huisvesting van het speciaal onderwijs in Arnhem. Al in 2000 werden de eerste gesprekken gevoerd over de noodzaak om de verschillende schoolgebouwen van het speciaal onderwijs aan te pakken maar pas in 2009 lag er een plan klaar. Voor het project was echter geen geld beschikbaar. “Het was een tijd van omslag, de bomen groeiden niet zomaar meer tot in de lucht,” legt Van Geffen uit. “Vanuit het Rijk werden verschillende bezuinigingen doorgevoerd die we als gemeente allemaal moesten opvangen. Dan moet je keuzes maken en prioriteiten stellen.”

De situatie voor veel scholen voor speciaal onderwijs in Arnhem wordt ondertussen dringend. Sommige scholen geven al meer dan tien jaar lang les in afgeschreven noodlokaaltjes waar de wind doorheen giert, de schimmel op de muren groeit en ongedierteplagen de lessen verstoren. “Tot 2010 is in Arnhem heel veel geld geïnvesteerd in het reguliere primaire en voortgezet onderwijs. Daarna was er geen geld meer voor essentiële verbeteringen in het speciaal onderwijs. In 2010 heeft de gemeente besloten om de prioriteit bij de huisvesting van de speciale scholen te leggen. In overleg met partners in de stad hebben we in tweeënhalf jaar tijd keihard gewerkt om de financiering voor elkaar te krijgen. Zo hebben we andere projecten stopgezet en het geld in het huisvestingsproject gestopt. Ook andere geldstromen hebben we kunnen ombuigen en de plannen zelf hebben we hier en daar moeten bijschaven.” Afgelopen zomer kon de wethouder bekendmaken dat er bijna 70 miljoen euro is gevonden voor de bouw van drie grote nieuwbouwprojecten in het speciaal onderwijs. “Ik ben daar enorm trots op,” vertelt Van Geffen, “vooral omdat het gaat om kinderen die extra steun nodig hebben en het op veel fronten moeilijk hebben vanwege een fysieke beperking of door gedragsproblemen en psychiatrische stoornissen. De ouders moeten veel doen om hun kinderen te begeleiden, dan is het des te meer belangrijk dat wij als overheid daarvoor goede faciliteiten creëren.”

Overbelaste jongeren
Dat de financiering voor het speciaal onderwijs in principe rond is, wil niet zeggen dat wethouder Van Geffen op zijn lauweren kan rusten. Met het goede nieuws van afgelopen zomer kwam ook het bericht dat Arnhem, na Rotterdam en Den Haag, het hoogste percentage vroegtijdige schoolverlaters  telt in Nederland. In de periode 2011-2012 ging zo'n vijf procent van de jongeren van school zonder diploma, dat komt neer op ongeveer 500 scholieren. De gemeente en de scholen hebben dit probleem de laatste jaren aangepakt maar er is minder daling zichtbaar dan gehoopt. “Het cijfer van vroegtijdig schoolverlaters is nog steeds hoog en dat vind ik zorgwekkend,” zegt Van Geffen. “We gaan alles op alles zetten om dit cijfer naar beneden te brengen. In 2010 hebben we een onderzoek laten uitvoeren naar overbelaste jongeren in het voortgezet onderwijs en het MBO in Arnhem. Uit de resultaten viel op dat Arnhem een behoorlijk grote groep jongeren heeft [bijna 14 procent, red.] die het zowel op school als in de persoonlijke sfeer moeilijk hebben. Het is juist de opstapeling  van problemen op meerdere gebieden die deze jongeren zwaar treft. Arnhem is uniek in het in kaart brengen van deze groep jongeren en we willen ook specifieke maatregelen treffen voor deze groep.”

Aan Omroep Gelderland liet de wethouder weten dat in 2015 het percentage jongeren dat uitvalt gedaald moet zijn naar 3,4 procent. Het tijdig signaleren van problemen en hulp inroepen blijkt daarbij van groot belang en ook een goede samenwerking tussen scholen en jeugdzorg heeft een belangrijke meerwaarde. Bij scholen en opleidingen met relatief veel overbelaste jongeren worden leerlingen extra gecoacht. “De verzuimaanpak in het MBO hebben we daarnaast net zo streng gemaakt als op het voortgezet onderwijs, daar zetten we fors op in. Het vergt veel van de scholen om te voldoen aan de strengere eisen maar het zorgt er wel voor dat leerlingen die om wat voor reden dan ook uitvallen eerder de begeleiding krijgen die ze nodig hebben.” 

Leren vissen
Formeel is de inhoud van het onderwijs een taak van de Rijksoverheid, toch houdt de wethouder nadrukkelijk een vinger aan de pols bij de scholen in Arnhem. “We zitten geregeld met het onderwijsveld aan tafel en de kwaliteit van het onderwijs is steevast het eerste agendapunt. Bij mijn aantreden was het nog zo dat een behoorlijk aantal scholen zogezegd in de min stond. Wij hebben in de afgelopen tijd de scholen continu daarop aangesproken en nu is het aantal zwakke scholen, met name in het basisonderwijs, drastisch teruggebracht. De scholen hebben een enorme verbeterslag gemaakt,” zegt Van Geffen trots.

Arnhem is niet de enige gemeente die zich actief bemoeit met de zwakke scholen in de regio. Amsterdam kwam bijvoorbeeld de afgelopen jaren geregeld in het nieuws met de intensieve “kwaliteitsaanpak” ingezet door toenmalig wethouder Lodewijk Asscher waarbij een team van onderwijsexperts de scholen doorlicht. “Ik sta zeker positief tegenover de aanpak van Amsterdam,” reageert Van Geffen op de vraag wat hij van het beleid van de hoofdstad vindt, “maar dan moet het wel nodig zijn. Hier in Arnhem hebben we scholen continu achter de broek gezeten maar de verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs hebben we bij de scholen gelaten en we zien dat dat ook werkt. Als dat niet het geval was geweest, had ik kunnen kiezen voor de aanpak van Amsterdam. Vooralsnog moet ik constateren dat het in Arnhem zijn vruchten heeft afgeworpen dat we scholen nadrukkelijk hebben aangesproken en het onderwerp telkens op de agenda heeft gestaan.”

Hoe de scholen zelf de kwaliteit hebben verbeterd, verschilt per school. Sommige scholen, vooral in het voortgezet onderwijs, hebben zelf een een soort kwaliteitsteam ingevlogen maar dat was dan altijd op initiatief van het schoolbestuur. “Het is vergelijkbaar met hoe we nu bijvoorbeeld over ontwikkelingssamenwerking denken, vind ik. Je kunt ze wel een vis geven maar het is beter om ze een hengel te geven en ze te leren vissen.”

© Nationale Onderwijsgids